Als je zelf een voorspel voor een lied wilt maken, zorg in ieder geval voor de volgende ingrediënten:
- Zorg ervoor dat duidelijk is welk lied gezongen gaat worden. Voor jou als organist is dat sneller duidelijk dan voor de gemeente. Bij een voorspel voor bijvoorbeeld psalm 68 is het niet genoeg om alleen de eerste vier noten te gebruiken omdat er meer liederen op dezelfde manier beginnen.
- Zorg dat duidelijk is wat de toonsoort is van het te zingen lied. Dit doe je door voor het einde van je voorspel geen tonen te spelen die niet in de de toonsoort
passen. Als het lied bijvoorbeeld in C staat, speel dan niet vlak voor het einde van je voorspel een Bes of een Fis. Als je dit wel doet, moet je daarna nog even een B en een F spelen. - Zorg dat het tempo van het lied duidelijk is. Bedenk van tevoren hoe snel het lied gezongen gaat worden en speel dan ook in dit tempo het voorspel.
- Zorg voor een goed aansluiting tussen voorspel en inzet van het lied. Lees daarover in mijn vorige blog.
- Voor extra duidelijkheid kan het slim zijn om je voorspel te eindigen met dezelfde toon als die waarmee het lied begint.
Op deze manier lukt het een gemeente om het lied goed in te zetten en heb je een prima voorspel.
Als je echt een goed voorspel wil maken: geef dan aandacht aan de sfeer van het lied. In de registratie en articulatie kun je al iets van de betekenis van de tekst laten doorklinken. Als je dit op een opvallende manier doet, zal de gemeente ook meer op de tekst gaan letten en daardoor beter gaan zingen.
Let er op dat ik hierboven niets heb geschreven over de vorm van je voorspel. Een zingende gemeente is meestal niet geïnteresseerd in ingewikkelde fuga’s of trio’s als voorspel, maar wil gewoon lekker zingen. Ingewikkelde fuga’s en trio’s mogen natuurlijk wel, maar vaak gaat dit ten koste van de duidelijkheid, zeker als je het als organist niet 100% beheerst. Duidelijkheid is hierbij veel belangrijker dan (bedoelde) virtuositeit.