Of je nu muziek speelt van deze website, of graag uit andere bundels speelt: een goede voorbereiding is het halve werk, of misschien wel meer dan de helft.
Voor de voorbereiding heb ik een paar korte adviezen:
- Schrijf bij een voorspel of een zetting de tekst van het lied erbij. (Ik had de tekst graag zelf bij mijn voorspelen erbij geschreven, maar vanwege de auteursrechten is dat wat ingewikkeld). De tekst en de muziek van een lied hebben altijd iets met elkaar te maken. Soms wordt de tekst op de voet gevolgd, soms wordt alleen de sfeer van het lied in muziek vertaald. Hoe dan ook zul je mooier gaan spelen als je de tekst van de melodie in je hoofd hebt. Het geeft namelijk richting aan de melodie en helpt dus bij de voordracht. Daarbij zul je ook merken dat je de tekst er beter door gaat kennen.
- Maak vingerzettingen bij lastige passages. Bedenk hierbij ook goed welke noten je met welke hand speelt. Een G-sleutel betekent niet: speel met rechterhand, en een F-sleutel betekent niet: speel met linkerhand. Het nut van het maken van vingerzettingen ligt er vooral in dat je een stuk altijd op dezelfde manier speelt. Dat zorgt voor een trefzekere manier van spelen.
- Oefen langzaam. Of ik moet eigenlijk zeggen: oefen in zo’n tempo dat je geen fouten maakt, en pas een toets indrukt als je zeker weet dat die goed is. Als je namelijk nooit een foute noot speelt, hoef je jezelf ook nooit te verbeteren en studeer je uiteindelijk veel sneller.
- Oefen in het juiste tempo, wanneer de noten gekend zijn. Oefen hierbij ook de aansluiting tussen voorspel en zetting en het eventuele registreren tussen de coupletten. Dit mag niet in de weg gaan zitten van de doorgaande beweging. Als je thuis oefent: probeer je voor te stellen hoe het in de kerk klinkt. Een lange nagalm zorgt ervoor dat je langzamer moet spelen. Oefen thuis dus niet sneller dan hoe je het gaat uitvoeren.