Dit muziekalbum is een opname van een pianorecital dat ik gaf op 7 oktober 2022 in muziekwinkel Verhoog in Nijkerk. Het was een nieuwe opzet: een hele avond solo met alleen maar geïmproviseerde pianomuziek. De reacties van de toehoorders waren zo, dat ik besloot om de opnames voor iedereen beschikbaar te maken. Het geeft een beeld van de mogelijkheden die er in dit genre zijn. Mijn hoop is dat het aanzet tot een grotere plaats voor improvisatie in het muziekleven. Het is spannend, het vergroot de betrokkenheid van de luisteraar en het is prachtig om je spontaan te uiten in zelfgekozen structuren en klankkleuren.
Met improviseren ben ik al lang bezig. Als organist won ik meerdere improvisatieprijzen en als auteur heb ik mijn improvisatie-lesmethode uitgebracht met de titel ‘Dat kan ik ook!’. Daarin geef ik mijn visie op improviseren en behandel ik manieren om dat in verschillende stijlen te doen.
Improviseren in klassieke stijlen is nog geen gemeengoed. Een aardige illustratie daarvan was wat er gebeurde toen ik dit album aanmeldde bij de streamingsplatforms. Daarbij moet er een genre gekozen worden. Bij het kiezen van ‘klassiek’ zijn er een componist, een bekende titel en een uitvoerder nodig. Wanneer componist en uitvoerder verenigd zijn in één persoon en het werk ontstaat op het moment van spelen, is het niet mogelijk de muziek als ‘klassiek’ te labelen. Bij het genre ‘Jazz’ is dat probleem er niet. Feitelijk zijn van de 12 tracks er maar 3 die echt Jazzmuziek zijn. Al zijn de andere improvisaties natuurlijk ook door de Jazzmuziek beïnvloed.
Hoe dan ook is het tijd voor een comeback van het klassiek improviseren. In vroeger tijden was dat vanzelfsprekend. Er zijn verhalen bekend van Bach, Mozart en Liszt die hun luisteraars versteld deden staan van hun improvisatietalent. Tegelijk is het woord ‘talent’ niet erg verhelderend. Het kan de indruk wekken dat de vaardigheid van het improviseren is aangeboren, dat je het hebt of niet hebt. Maar net zoals elk gesprek dat je voert een improvisatie is, is het ook mogelijk om te leren musiceren zoals je praat. Met gebruik van woorden en zinnen die je je eerder eigen hebt gemaakt, maar die in een nieuwe context creatief worden ingezet en een nieuwe betekenis krijgen.
(Tekst gaat verder onder de foto)
Track 1
Voor een concert is een warming up altijd een goed idee. Bij dit concert waren de bezoekers daar deelgenoot van. De eerste improvisatie heeft als uitgangspunt een vaste bas in 4-kwartsmaat. Dit werkt goed als oefening om verschillende ritmes en loopjes te oefenen. Tegelijk is het een prachtig model voor een modale improvisatie. Dat is een improvisatie waarin één akkoord of toonladder eindeloos lang wordt uitgerekt.
Track 2
Bij binnenkomst van het concert werden bezoekers uitgenodigd om op een vel papier hun lievelingslied op te schrijven. Eén van de bezoekers schreef ‘Bist du bei mir’ op. Dit lied is bekend geworden via het Notenbüchlein van Anna Magdalena Bach, maar de feitelijke componist was Gottfried Heinrich Stölzel. De rustige melodie van de aria leent zich goed voor een bespiegelende improvisatie die een reis maakt door diverse toonsoorten.
Track 3 & 4
Een prachtig improvisatiemodel is het spelen met namen van bezoekers. Daarvoor ontwierp ik onderstaand schema. Hierin is aan elke letter van het alfabet een pianotoets toegekend.
De naam ‘Willem’ levert de reeks fis-cis-gis-gis-e-a op. Dat inspireerde mij tot een improvisatie met invloeden van Claude Debussy en Maurice Ravel. De naam ‘Marcel’ levert de reeks op: a-a-f-c-e-gis. De kleine sext a-f deed mij denken aan de prelude van Tristan und Isolde van Richard Wagner. Dat leidde tot een improvisatie in een laat-Romantisch idioom.
Track 5
Aan één van de bezoekers vroeg ik wat zijn lievelingstoon was. Dit was de as. In ‘improvisation on a flat’ is die toon voortdurend te horen, soms vermomd als gis in een E-groot-context. De structuur is A-B-A: het begin komt aan het einde terug. Een ingetogen werk, met reminiscenties aan de late Beethoven.
Track 6
Een andere grote componist waaraan ik schatplichtig ben is Oliver Messiaen. Deze 20e-eeuwse Franse componist ontwierp zijn eigen 7 modi (toonsoorten) met bijzondere eigenschappen en klankkleurmogelijkheden. Vier van deze modi zijn in deze bespiegelende improvisatie te horen.
(Tekst gaat verder onder de foto)
Track 7
Een iets gebruikelijker idioom heeft de ‘Four Chord Song’. Deze improvisatie heeft als uitgangspunt 4 dalende akkoorden. Dat levert een schitterende structuur op die voor iedereen te volgen is, al blijft het uiteindelijk niet bij maar 4 akkoorden.
Track 7, 8 & 9
De ‘Four Chord Song’ is sterk beïnvloed door de popmuziek en moderne licht-klassieke werken. Maar ook de Jazz heeft mij sterk beïnvloed. Een Jazzimprovisatie volgt over het algemeen een strikt akkoordenschema van een lied. Na eerst de oorspronkelijke melodie gespeeld te hebben, volgen variaties. Daarmee is de structuur feitelijk niet veel anders dan variatiereeksen zoals we die zien bij bijvoorbeeld Mozart. Alleen de uiterlijke kenmerken harmonie, ritme en melodie zijn volledig anders. ‘Heer wijs mij uw weg’, ‘Autumn leaves’ en ‘How deep is the Ocean’ zijn op deze manier opgebouwd.
Track 10 & 11
Op verzoek van de aanwezigen speelde ik nog twee improvisaties. De eerste op verzoek over een kerstlied. Natuurlijk konden daarin de kerstbellen niet ontbreken. Tot besluit van dit album een improvisatie over ‘Alle menschen wirden brüder’ van Beethoven. Deze is opgezet als een fuga met daarbinnen het complete lied van Beethoven met een variatie. Het lied heeft een boodschap die we in deze tijd hard nodig hebben.
(Tekst gaat verder onder de foto)
Met dank aan:
Wynand & Jan Dirk van Hemmen (geluidsopname)
Martien van Bokhorst (nabewerking)
Dirk van Hemmen (foto’s)
Michiel Buursen (advies)
Muziekwinkel Verhoog